Stap 5: Software/controle
Als de genoemde hierboven, het systeem wordt beheerd door de Parallax Propeller MSR1 van bestuur uitvoeren van een aangepaste programma van de SPIN.
Algoritme van de software kan worden uitgesplitst in een lineaire manier. Er was geen noodzaak om gelijktijdige routines uitvoeren, en dus slechts een radertje was gebruikt omwille van de eenvoud. Het programma definieert eerst-constanten, die meestal de pinnen voor de servo's, drukknoppen en DC motor omvatten. LCD-informatie en klokfrequentie zijn ook opgenomen.
Vervolgens drie objecten worden genoemd: Servo32v5, de seriële terminal, en de debug_lcd. De servo-object wordt gebruikt om gemakkelijk servo control (geen noodzaak om het gedoe met timing pulsen). Het lcd-object wordt gebruikt om te initialiseren en te schrijven naar het LCD-scherm. Tot slot, de seriële terminal wordt gebruikt voor diagnostische doeleinden, en speelt geen rol in het eindproduct.
Vervolgens wordt de twee variabelen die de gebruiker kiest zijn gedefinieerd: de smaak en de shot grootte.
Tot slot kan het hoofdprogramma beginnen. De servo's zijn eerst instellen naar de gesloten positie, waarna het LCD-scherm wordt een welkomstbericht weergegeven.
Daarna is de smaak-subroutine wordt genoemd, die dan vraagt de gebruiker om de smaak. Nadat de juiste indrukken van een toets is gedetecteerd, de schot subroutine wordt genoemd, waarin de gebruiker voor de schot grootte wordt gevraagd. Nadat de juiste indrukken van een toets is gedetecteerd, wordt het programma wacht op de OK-knop worden ingedrukt. Nadat de OK is gedetecteerd, wordt de subroutine Doseer genoemd. De subroutine Doseer dan stelt de parachute op de verstrekking positie, opent de daarvoor bestemde afsluiters voor het juiste moment, dan sluit de klep. Daarna is de compacte subroutine aangeroepen, die de parachute uit de weg van de compactere beweegt, en roept de compactere tweemaal. Daarna een 'gereed' bericht wordt weergegeven, en de routine is voltooid.