Stap 3:
Kortom, voor het gebruik van een Arduino voor spanningsregeling, moet de Arduino ontvangen een gelijkspanning tussen nul en vijf volt op één van de analoge input pinnen. De spanning tussen de nul en vijf volt zal resulteren in een getal tussen 0 en 1023. Als de spanning die u controleert groter dan vijf volt is, gebruikt u een combinatie van de weerstand aan het verdelen van de spanning. Bedenk dat weerstand waarden bij benadering zijn, en u moeten zult meten en kalibreren van uw systeem.