Stap 4: Interfacing HEX toetsenblok
Het hex toetsenblok heeft 8 communicatielijnen namelijk R1, R2, R3, R4, C1, C2, C3 en C4. R1 te R4 de vier rijen vertegenwoordigt en C1-C4 vertegenwoordigt de vier kolommen. Wanneer een bepaalde toets is ingedrukt, de corresponderende rij en kolom waarmee de terminals van de sleutel bent verbonden krijgt kortgesloten. Bijvoorbeeld als 1 toets R1 rij en kolom C1 krijgt kortgesloten, enzovoort. Het programma identificeert welke toets is ingedrukt door een methode die bekend staat als de kolom scannen. Bij deze methode een bepaalde rij laag wordt gehouden (andere rijen hoog zijn gehouden) en de kolommen worden gecontroleerd op laag. Als een bepaalde kolom laag wordt gevonden dan betekent dat dat de aangesloten tussen die kolom en de corresponderende rij (de rij die laag wordt gehouden) is ingedrukt. Als bijvoorbeeld rij R1 is aanvankelijk laag gehouden en kolom C1 laag wordt gevonden tijdens het scannen, dat betekent wordt 1-toets ingedrukt.
Referentie
http://www.circuitstoday.com/interfacing-hex-keypad-to-8051