Stap 3: Rotary Encoder theorie
Als u ooit gedacht hebt dat weerstanden gaan met encoders ditmaal vergeten. Met een roterende encoder hebben we twee blokgolf uitgangen (A en B) die 90 graden uit fase met elkaar. Het aantal pulsen of stappen gegenereerd per volledige beurt varieert. Het onderstaande diagram toont hoe de fasen A en B zich tot elkaar verhouden de encoder is toen met de klok mee of tegen de klok.
Elke keer als de A signaal pols gaat van positieve naar nul, lezen we de waarde van de B-puls. We zien dat het coderingsprogramma is toen met de klok mee de B pols altijd positief is. Het coderingsprogramma is toen linksom is de B pols negatief. Door het testen van beide uitgangen met een microcontroller kunnen we bepalen de richting van beurt en door het tellen van het aantal van A pulsen hoe ver het is veranderd. Inderdaad, we kunnen nog een stap verder gaan en tellen van de frequentie van de pulsen om te bepalen hoe snel het is omgevormd. We kunnen zien dat de roterende encoder een heleboel voordelen ten opzichte van een potentiometer heeft.