Stap 4: Meettechniek van een hemelse hoeken
Hoeken zijn belangrijkste functies die worden gebruikt bij het identificeren van de sterren. Hoeken kunnen worden geschat door het vergelijken van de hoek opgelopen door de breedte van één vinger, of de gecombineerde breedte van de index en de middelste vingers, ofwel binnen de breedte van de gesloten vuist op een volledig gestrekte arm uit de buurt van het gericht oog. Alle deze ruwe hoeken kunnen ook gemakkelijk worden gecontroleerd door het uitlijnen van de gestrekte arm langs een verticaal betegelde muur. Als de zonde (10 deg) = 0.174 hebben wij sin(6 deg) = 0,10, en elke hoek met een helling van 0.1 (= 10%) is bijna 6 graden.
Deze hoeken afhankelijk van de karakteristieke vorm van een waarnemer en individueel moeten worden bepaald voor elke waarnemer. Gemakkelijk beschikbaar referentie hoeken zijn:
1 lunar diameter is iets minder dan en zonne-energie diameter is iets meer dan 0.5 graad.
2xLunar diameters zijn bijna 1 graad.
3xLunar diameters zijn 1.5. graden. Dit kan het gevolg zijn van een wijsvinger hoek benaderen.
De hoek opgelopen door een gesloten vuist, meestal met meer dan vier fingered breedten mogelijk overeen met ongeveer 10 graden. Dit is afhankelijk van individuele waarnemers.
Grote hoek kan worden bepaald door het uitlijnen van een wijsvinger aan de eerste ster en buurman middelvinger naar de tweede ster. De hele hand blijft dan ongewijzigd. De hoek tussen de vingers is dan geplaatst tegen een wijzerplaat en lezen.
Als hoeken opgelopen door handen worden gebruikt in de buurt van het Zenit, kan de hoek verhogen door t/m 30% als gevolg van de afname van de afstand tussen de opgeheven hand en het gericht oog.
Frequente controles tegen bekende referentie hoeken zijn noodzakelijk. Lange observatie van hemellichamen kan leiden tot de "zoomen in" illusie waar hoeken lijkt te zijn veel groter dan de werkelijke grootte. Dit verschijnsel is bekend met mensen observeren zonsondergangen, zonsopgang, Moonsets en Moonrises.
Sterren niet kunnen worden geïdentificeerd door alleen hun relatieve helderheden. Hun helderheden zijn moeilijk te onderscheiden en kunnen veranderen met de tijd en met aardse weer. Sterren zijn positief geïdentificeerd door hun relatieve helderheden gecombineerd met hun hoekige afstanden naar nabije sterren.
>>> Wanneer de identiteit van de a.bright ster in geval van twijfel is, zijn hoekige afstanden naar positief geïdentificeerd, helder, buurman sterren positief zal herkennen. Frequente controles tegen referentie bekend hoeken zijn noodzakelijk.