Stap 4:
Ik bedrogen soort wanneer ik waarden voor de sleutel toegewezen. Ik zet eigenlijk gewoon nep unieke karakters in de 2 dimensionale array waarin de toetsen dan ik net begonnen op knoppen te drukken en mijn Arduino de sleutels output had tot seriële geduwd. Dan kan ik kijken naar de output naar de 2-dimensionale array voor de bibliotheek ingesteld op de juiste waarden.
Dat soort verwarrend leek dus ik doe een voorbeeld. Als onderdeel van de bibliotheek van het toetsenblok definieert u een 2-dimensionale array zodat het weet welke toetsen komen overeen met de waarden in de matrix. Dus eigenlijk is het iets als dit:
char toetsen [ROWS] [COLS] = {}
{'<','>','+',' ','5','4','3','2'},
{'^','*','%','#','6','1','Z','Y'},
{'X', 'W', 'V', 'U','T ', DE ',' R ',' Q'},
{"P', 'O'," N ", BEN ', 'L', 'K', 'J', 'IK'},
{'H', 'G', 'F', 'E','D ',' C ',' B', 'A'}
};
Ik zou dan druk op een knop op het toetsenbord ("A" bijvoorbeeld). Dan zou ik kijken wat kwam op de seriële console (zeggen het was 'W', dan heb ik zou gaan en vervangen van de 'W' in de matrix met een 'A'). Nadat ik ging door alle sleutels dan had ik het toetsenblok alle toegewezen omhoog.