Stap 2: Kalibratie, gebruik en basics
De FabScan Pi is dan verbonden met een ethernet-kabel met uw netwerk. Te typen van het IP-adres in de browser kunt u de FabScan regelen. U kunt op het basis venster Bladeren oude scans in de linker map of maak een nieuwe scan met de knop in het midden (aan de linkerkant is een gedeelde knop voor het downloaden van een scan als één is geladen).
De Laserline moet gaan door het midden van de draaitafel, zo scherp (dun) mogelijk en moeten verticale op de basisplaat. Hoewel de camera ziet er verticale op de achterwand in één lijn met het midden van de draaitafels, moet de laserline op circa 57 graad om deze camera richting.
Een nieuwe scan starten opent een preview-venster en enkele schuifregelaar voor controle. U kunt aan het begin de camerapositie bepalen: het lichtjes groen dradenkruis in het voorbeeldvenster moet horizontaal op het midden van de draaitafel en verticaal op de bovenste rand van het, op zijn minst dat werkte voor mij :-)
Als u wilt wijzigen van de positie die u kunt gebruiken lente de drie gemonteerde schroeven die houden van de camera plaat en huisvesting samen.
Na dit bent u gereed om te scannen. De drie bladen van de paramter controle eerst de drempel voor het opsporen van de laserline en de resolutie van de scan, de andere twee sets voor RGB-kleuren leds etc. voor het scannen van een kleur.
Volgende ontwierp ik een nieuwe (kleinere) behuizing. Een parameter als de hoek tussen weergave en laser cameralijn kan worden gewijzigd in software, maar om dingen eenvoudig hergebruikt ik de afmetingen van de behuizing van de kubus FabScan. Een mooi overzicht van de belangrijke dimensies kunnen worden gevonden hier.
In principe naast de laser lijn/camera-draaitafel hoek hergebruikt ik hoogte van camera en laser, de diameter van de draaitafel (14 cm doorsnede) en de afstand tot de achterwand van de draaitafel (een 0.5mm gat). De afstand van camera naar draaitafel van midden is in de nieuwe huisvesting daadwerkelijk kleiner (ongeveer 24 cm) dan in de kubus.